Is het tijd voor een atheïstische politieke partij? Kom op 28 maart
20 02 09 - 16:09 - Categorie: maatschappij Op 28 maart organiseert De Vrije Gedachte een bijeenkomst in Rotterdam waar wordt gebrainstormd over de vraag of er een atheïstische politieke partij nodig is. Initiatiefnemer is Frans van Dongen van de Atheïstische Beweging. Hij zal dan spreken over het belang van een seculiere partij. Verdere sprekers zijn Sarah Strous over een politieke lobby, en Lex Hagenaars van De Vrije Gedachte.Veel mensen worden de laatste jaren kriegelig van de manier waarop religie zich naar voren dringt. De neiging om tegen de scheiding van kerk en staat in religieuze politiek acceptabel te maken is hierbij het grootste struikelblok. Grote, invloedrijke bewegingen propageren zelfs openlijk het afschaffen van de seculiere democratie en het invoeren van een theocratisch stelsel, met alle gevolgen voor de mensenrechten van dien. Bush was een pion van deze beweging. Nederland wordt op het moment medegeregeerd door zo'n theocratische partij, de ChristenUnie, en ook dat blijft niet onopgemerkt. Men lijkt soms de klok op wetenschappelijk, ethisch en maatschappelijk gebied te willen terugdraaien.
Niet alleen ongelovigen storen zich aan de vaak wereldvreemde groeperingen aan wie de vooruitgang voorbij lijkt te zijn gegaan. Ook vele gelovigen zijn zich bewust van het belang van een seculiere overheid, die neutraal is en geen groeperingen bevoordeelt of benadeelt op basis van hun wereldbeschouwing en levensstijl. Maar atheïsten en humanisten missen in het openbare discours de 'atheïstische stem'. In de politiek lijkt de religieuze lobby hierdoor op een glansrijke overwinning af te stevenen. Religie wordt op allerlei manieren gesteund en zichtbaar gemaakt. Religieuze discriminatie wordt steeds vaker gesteund en verdedigd.
Heeft religie inderdaad zo'n negatieve invloed? De weerzin tegen de zichzelf steeds harder op de voorgrond dringende religie wordt soms voorgesteld als een alternatieve vorm van intolerantie, maar is eerder een reactie op de toenemende antiseculiere, religieuze invloed op de samenleving. De vraag is of het gaat om zaken die moeten kunnen in een pluralistische samenleving of dat er redenen zijn om de koers te keren. Maar hoe zou een atheïstische of seculiere partij moeten reageren? Hier een aantal punten waarvan we ons moeten afvragen of het moet kunnen in een seculiere maatschappij, of dat we grenzen moeten gaan trekken.
Voorbeelden van negatieve invloed van religies
• Politieke beginselen. Vanuit religieuze partijen wordt vaak druk uitgeoefend om bepaalde seculiere waarden te onderdrukken. De ene partij is daarbij seculierder dan de andere. Het CDA gaat als grote partij op veel gebieden mee met hun tijd en is overwegend een seculiere partij, maar ontpopt zich toch vaak als vertegenwoordiger van traditione of onseculiere waarden, zoals de gezinspolitiek en de halfhartige pogingen religie te beschermen tegen godslastering. Daardoor onstaat soms de indruk dat er in het CDA wel degelijk conservatieve krachten aanwezig zijn, die echter zijn gedwongen mee te gaan in de vaart der volkeren zolang de brede maatschappelijke voorkeur zich niets aantrekt van de wil die de kerken aan de schaapjes proberen op te leggen. Andere partijen weren groepen burgers zoals vrouwen of homo's uit politieke beleid en besluitvorming.
• Religies propageren een discrimerende grondhouding. Mensen worden vastgelegd op een bepaald aspect, zoals hun sekse of geloof. Dat bepaalt de onderlinge verhoudingen en de vrijheden en mogelijkheden van een mens. In plaats van samenleven onvoorwaardelijk te bevorderen worden door religies scheidslijnen ingezet.
De mensenrechten worden niet serieus genomen. Vrouwen en homo's worden uit de politiek geweerd. Een Nederlandse publieke omroep weert homo's. Christelijke scholen weren homo's. Op dit moment wordt het land zelfs geregeerd door een partij die homo's blijkt te weren. De islam introduceert een soort apartheidssysteem met ghetto's en gescheiden domeinen voor man en vrouw, en dringt respect hiervoor op aan allerlei instituties in het openbare leven.
• Wetten dienen om mensen en hun rechten te beschermen. Maar religieuzen zetten de wet vaak in om hun ideologie te beschermen, en passen het recht op vrijheid van godsdienst toe op de godsdienst zelf in plaats van op de burger. Het gevolg is dat de wet wordt ingezet om mensen te discrimineren en van hun rechten te beroven in plaats van ze te beschermen tegen discriminatie. Mensenrechten zijn in het licht van 'het recht op godsdienstvrijheid' in feite een wassen neus.
Zelfs politieke partijen schromen niet om de mensenrechten op deze manier te misbruiken. SGP en ChristenUnie beroepen zich op godsdienstvrijheid en vrijheid van vereniging om groepen burgers uit te sluiten van politieke beleidvoering.
De vraag is of we deze zaken moeten tolereren of niet. Als we deze antiseculiere beginselen toelaten, is dat een belangrijk argument voor totale vrijemeningsuiting om te kunnen verwijzen naar het gevaar van religie, zelfs als iemand een reden vindt om dit gevaar fascistisch te noemen. Religie die politiek is, moet aan dezelfde voorwaarden voldoen als de politiek. Het weren van vrouwen of homo's uit de regering is volgens mij een religieus-fascistisch element, en dus een schending van de mensenrechten. Dat dit mogelijk is door een beroep te doen op democratische rechten is mogelijk dankzij een gebrek aan inzicht in onze eigen beginselen. Misschien is dat een gevolg van verslapte waakzaamheid omdat we zijn vergeten hoe respectloos en gewetenloos religie kan zijn. Misschien ook is het een symptoom van de nog altijd aanwezige macht van religie, die onvermoeibaar blijft proberen de wet aan de kant kan schuiven.
• Het meest opvallend is de negatieve invloed die religieuzen proberen uit te oefenen op de vrijheid van meningsuiting. Kritiek op religie ligt steeds gevoeliger, waardoor problemen die door religie worden veroorzaakt moeilijk zijn aan te pakken. Nadat Theo van Gogh om zijn mening over de islam werd vermoord werd het recht op vrijemeningsuiting niet verdedigd, maar juist ter discussie gesteld. De moord werd aangegrepen om de mogelijkheden te onderzoeken om godslastering moeilijker te maken.
Van zaken als eremoord en vrouwenbesnijdenis wordt getracht het islamitische karakter ervan te verhullen, om de voor kritiek gevoelige religieuzen niet op de tenen te staan. Maar doordat deze zaken wel degelijk uit de islam voortkomen, werkt deze strategie niet goed. Deze onderwerpen werden uitsluitend op de politieke agenda gezet doordat er werd gehamerd op het islamitische karakter ervan. Als dit niet gebeurt, wordt 'de vuile was binnenskamers gehouden', en wordt er dus effectief ook niet tegen opgetreden. De angst dat de islam een slechte naam krijgt, is groter dan de drang om misstanden aan te pakken. Door deze ontwijkende houding kan het geweld nooit goed worden aangepakt.
Ook integratieproblematiek, schoolachterstand en werkloosheid onder islamitische immigranten worden medeveroorzaakt door de religie; dit aspect is structureel onbespreekbaar. De islam is zeer sektarisch van karakter, waardoor de vrije ontplooiing van het individu wordt belemmerd. Een zeer grote groep is daardoor niet in staat zich aan te passen aan de eisen die open maatschappij stelt.
Het belemmeren van vrije godsdienstkritiek kan belangrijke negatieve gevolgen hebben voor de seculiere waarden van onze maatschappij, omdat enerzijds de vrije kritiek op een systeem wordt belemmerd, terwijl anderzijds diezelfde systemen via de politiek hun visie aan de maatschappij willen opleggen.
Het houdt in dat de ideologische basis van sommige politieke systemen niet negatief mag worden beoordeeld, terwijl die van andere wel ter discussie mag worden gesteld omdat hij niet religieus is. Politieke systemen mogen zich niet beroepen op 'heilige' waarden. Alles waarvan men wil dat het invloed heeft op het openbare leven, mag volledig ter discussie worden gesteld, om te voorkomen dat via een achterdeur ondemocratische systemen deel uit kunnen gaan maken van het politieke beleid.
Zolang religie een persoonlijke keuze is, is er minder behoefte aan het bekritiseren van religies. Maar juist doordat religies zich op de voorgrond proberen te dringen met waarden die ingaan tegen de westerse opvattingen, wordt de weerstand tegen religie ook steeds sterker. Het is geen goed teken als hierop wordt gereageerd door deze weerstand met politieke steun de kop in te drukken.
• Religies zijn wars van vrije seksualiteit. Ze proberen op allerlei manieren vrije seksuele keuzes tegen te gaan. Omdat hier weinig wettelijke middelen voor bestaan, gebeurt dit meestal in de vorm van demoniseren of 'waarschuwen' tegen de gevolgen van 'promiscu' gedrag, zoals oppervlakkigheid en ongelukkigheid. Velen hebben hinder ondervonden van de kwaadaardige roddelcultuur in religieuze gemeenschappen; ook worden mensen letterlijk bedreigd op grond van hun seksuele keuzes. Gelukkig heeft de kerk ook in dit opzicht minder macht dan vroeger, toen kinderen gewoon werden weggenomen van ongehuwde moeders, of moeders en kinderen als hoeren en bastaards uit de gemeenschap werden gestoten.
Met de komst van veel religieuze immigrantenculturen wordt wel eens een baby in de vuilnisbak gevonden, of brengen jonge meisjes in gevaarlijke, eenzame omstandigheden een kind ter wereld. Hier ligt een taak om vrije seksualiteit te verdedigen, maar dat gebeurt helaas niet omdat het tegen de religieuze lijn ingaat. De religieuze opvattingen over seks stimuleren hypocrisie, zodat deze pijnlijke problemen moeilijk kunnen worden opgelost. Het liefste wil men de problemen oplossen door kuisheid onder jongeren te bevorderen, maar wat er werkelijkheid moet worden bevorderd is acceptatie van het feit dat jongeren hun seksualiteit willen ontdekken. Dit moet in goede banen worden geleid, in plaats van het te onderdrukken, met als gevolg dat jongeren makkelijker zwanger worden en nergens terecht kunnen met hun probleem.
• Macht en invloed. Religies hebben vanuit hun kapitaalkracht en machtige organisatie achter de schermen een veel grotere invloed op de politiek dan democratisch gerechtvaardigd is. Islamitische organisaties, die schatrijke financiers in de olielanden hebben, zijn in staat een invloed van de islam door te drukken die niet in verhouding is met het aantal islamitische burgers in het westen. De islam krijgt veel meer financiële en politieke steun dan het humanisme en de seculiere democratie.
Een opmerkelijk voorbeeld van disproportionele aandacht voor het introduceren van religie in oneigenlijke sectoren van de seculiere maatschappij: politieke partijen ijveren op het moment voor het mogelijk maken van shariabankieren. De sharia is een religieus-fascistisch systeem dat de meest elementaire mensenrechten met voeten treedt. Het is totalitair, discriminerend, kent gewelddadige onderdrukking en smoort de vrijemeningsuiting. De islamitische propagandamachine presenteert het echter onder de naam 'halal bankieren', en suggereert dat hierbij alleen ethische beleggingsvormen zijn toegestaan. Maar 'halal is een wezensonderdeel van de sharia, en kan niet los worden gezien van dit systeem. Zaken als vrouwendiscriminatie, wrede lijfstraffen en jihad (heilige oorlog) zijn halal, en zullen dus via halal bankieren een krachtige basis krijgen. Natuurlijk wordt dit gegeven in de beeldvorming achterwege gelaten.
Nu de olievoorraden op dreigen te raken, zijn de olielanden op zoek naar andere middelen om hun macht te handhaven, en die vinden ze in het bankierswezen. Het is in het licht van de financiële crisis van dit moment zichtbaar geworden hoeveel invloed bankiers hebben op het functioneren van de maatschappij. Shariabankieren wordt naar voren geschoven als oplossing voor de huidige crisis, maar in werkelijkheid betreft dit een misleidend argument dat moet verhullen dat het bankierswezen wordt aangegrepen om de sharia een machtige financiële basis te geven. Iedereen begrijpt dat shariabankieren niet zal worden benut om de mensenrechten in islamitische landen te bevorderen; er zal uitsluitend aandacht zijn voor 'islamitische mensenrechten', die diametraal staan tegenover wat we in het westen onder mensenrechten verstaan. Het ligt voor de hand dat halal bankieren zal worden benut om de sharia te verspreiden.
Dit is een voorbeeld van de effectieve lobby waarmee rijke religies de politiek kunnen beïnvloeden, die ver gaat boven wat gewone burgers aan invloed kunnen bereiken. 'Halal' bankieren is niet zomaar een monetair hoofddoekje, maar een middel om financiële wereldmacht te handhaven nadat het olie-imperium is ingestort.
• Het Vaticaan neemt als staat deel aan de wereldpolitiek en kan door deze positie invloed uitoefenen in allerlei landenorganisaties zoals de VN, het WTO etc. Tegen de conservatieve houding van het Vaticaan werd al een aantal jaar terug een actie gevoerd, gestart door een progressieve Amerikaanse katholieke organisatie, om de macht van het Vaticaan terug te dringen. Ondanks de vele steunbetuigingen heeft dit niet geholpen. Onlangs nog heeft het Vaticaan tegen een verdrag gestemd om homoseksualiteit uit het strafrecht te halen; hierop staat in veel landen de doodstraf of een andere zware straf. Door toedoen van het Vaticaan sterven wereldwijd ontelbare mensen aan onveilige abortussen of AIDS. Ook op het gebied van de vrouwelijke reproductierechten weet het Vaticaan stelselmatig de vooruitgang te blokkeren. Twee weken terug nog zei de aartsbisschop Celestino Migliore nog dat het Vaticaan geen steun wil verlenen voor VN-verdragen die sluipenderwijs het homohuwelijk en abortus tot een mensenrecht willen maken. In Nederland heeft de katholieke kerk niet veel invloed, maar wel bijvoorbeeld in Italië, zoals onlangs bleek tijdens de onverkwikkelijke euthanasiezaak van Eluana Englaro.
Een groot aantal mensen in Nederland, misschien wel de meesten, zijn humanistisch en seculier, maar voor het humanisme of het belang van de seculiere maatschappij is nauwelijks enige aandacht of ondersteuning. Humanisten hebben als groep geen financiële draagkracht en zijn maar dun georganiseerd in een politieke organisatie. Een belangrijkere oorzaak is dat humanisten het imperialistische narcisme missen dat de religieuze fanatici drijft. Het minste wat humanisten en seculieren zouden moeten doen om te voorkomen dat ze het onderspit delven door hun tekort aan overheersingsdrang is wel het belemmeren van overheersingsdrang onder religieuze imperialisten.
• Nu de wetenschap onweerlegbaar heeft laten zien dat de wereld volledig kan worden verklaard vanuit de natuur zelf, is de wetenschap ook ontdekt door religieuze groeperingen. Het in diskrediet brengen van wetenschap ten gunste van een bijbels wereldbeeld dringt via machtige lobbygroepen ook door tot de politiek. De pogingen door een CDA-minister om Intelligent Design als wetenschappelijk alternatief op scholen te laten onderwijzen is een voorbeeld van slapende antimoderne tendenzen binnen de overheid. Ook op de scholen en universiteiten dringen antiwetenschappelijke beeldenstormers zich steeds harder op door te weigeren deel te nemen aan lessen of examens waarbij de evolutie centraal staat.
Maar ook op andere gebieden worden wetenschappelijke ontwikkelingen gedwarsboomd door religieuzen. Op basis van oneigenlijke argumenten zoals de wil van god verzetten zij zich tegen diverse vormen van onderzoek. Het opvallendst is wel het verzet tegen genetisch onderzoek. Dit is niet te verklaren door medische of maatschappelijke logica, want elke soort misstand die vanuit genetische manipulatie kan worden verricht, is in de geschiedenis van de mens al eeuwenlang begaan op andere gebieden. De achtergrond van de weerstand tegen het manipuleren van DNA is dat de mens zich zou begeven op het vermeende terrein van god. Wroeten in de genen is zoiets als manipuleren in de schepping, of nog erger, zelf leven scheppen. De mens gelijk aan god, dat is de reden dat we ooit uit het paradijs zijn verdreven, dus het is zeker de ultieme reden voor verzet tegen de genetica.
• Dat zou een hilarische argumentatie zijn als hiermee niet de ethische discussie werd geblokkeerd die onvermijdelijk bij elke stap in de wetenschappelijke vooruitgang dient te worden gevoerd. In plaats van te denken over allerlei humanitaire, financiële of juridische aspecten die van belang zijn zijn bij het toepassen van genetische manipulatie moet er worden gehakketakt over de elementaire vraag of zulk onderzoek überhaupt wel mag worden uitgevoerd, omdat sommigen hun onwereldse opvattingen vanuit een misplaatste verlossingsdrang aan de hele maatschappij willen opleggen.
Door deze onnodige obstructie worden steeds weer overbodige drempels opgeworpen om nieuwe mogelijkheden in te kunnen voeren. Kort geleden werd nog bijna een belangrijke mogelijkheid ondermijnd om embryo's te kunnen onderzoeken op gevaarlijke genen die kwaardaardige ziektes kunnen veroorzaken, zodat ze desgewenst kunnen worden geaborteerd. Het humane aspect en het gezonde verstand worden aan de kant gezet voor een irrationeel idee, zonder dat hierbij kennelijk het eigen geweten wordt belast. Er zijn een heleboel belangrijke discussies te voeren over allerlei ethische aspecten rond zulke behandelingen, maar er wordt gedramd over iets wat werkelijk niet ter zake doet.
• Hetzelfde probleem doet zich voor rond ethische discussies over bijvoorbeeld euthanasie. In Italië werden vorige week naar aanleiding van een euthanasiezaak voorstanders van euthanasie nazi's en massamoordenaars genoemd. Door het voeren van een schaamteloze hetze, intimidatie en demoniseren wordt getracht te voorkomen dat het tot beleidvorming kan komen. Euthanasie en abortus worden belemmerd op oneigenlijke gronden. Het is moeilijk wettelijke afspraken te maken die een zo veilig en humaan mogelijk beleid garanderen, doordat de discussie steeds wordt gesmoord met argumenten die niet ter zake doen, zoals de opvatting dat god dient te beschikken over het moment van leven of dood. Dat argument mag iedereen voor zichzelf gebruiken, maar voor de maatschappij is het van belang dat er een wettelijke regeling is over onder welke conditie euthanasie kan plaatsvinden, zodat mensen hun zaken op een humane en straffeloze manier kunnen regelen. Het is niet aan een kleine groep religieuzen om een ethische discussie te ondermijnen van mensen die de kwaliteit van het leven willen verbeteren.
• De hetze tegen abortus is bepaald onfris te noemen. In Nederland is abortus gewoon legaal, maar onvermoeibaar en onophoudelijk probeert een kleine groep fundamentalisten de opinie tegen abortus te keren. Deze week schijnt een onsmakelijke vorm van emotionele chantage op stapel te staan door kleine namaakembryootjes huis aan huis te verspreiden. Het opmerkelijke is dat dergelijke mensen altijd meer begaan lijken te zijn met leven dat er niet of nauwelijks is dan met mensen die in het volle leven staan en hier het beste van moeten maken. Om hun anti-abortushetze een humaan aanschijn te geven, zoals de moderne ethiek dat vereist, wordt het voorgesteld alsof men diep begaan is met het lot van het embryo. Voor een embryo is meer empathie dan voor mensen die in onmogelijke, gedeprimeerde omstandigheden een kind moeten grootbrengen, en ervoor kiezen dit niet te laten gebeuren.
• Religieuze opvattingen over drugsgebruik worden aan iedereen opgedrongen. Wie binnen de eigen sociale context ter ontspanning drugs gebruikt, wordt onterecht gecriminaliseerd. Met deze regering is Nederland de gekte voorbij, nu het 'bezitten' van meer dan honderd paddestoelen die gewoon in je tuin kunnen groeien strafbaar is gesteld. Door de vele verboden wordt de productie van drugs overgelaten aan de onderwereld. Een aanpak van het werkelijke probleem van de drugshandel, de ongelimiteerde verrijking van de drugsmaffia, blijft onoplosbaar door de starre houding tegen drugsgebruik.
Misschien heeft de conservatieve afkeer van drugs wel te maken met het feit dat ze altijd een rol hebben gespeeld in andere spirituele tradities; de staat van bewustzijnsvernauwing die door drugs optreedt werd gezien als contact met een godheid. Een andere reden zou kunnen zijn dat in het westen drugsgebruik alles te maken heeft met ongebondenheid. Drugsgebruikers zijn mensen op wie de beschermers van normen en waarden geen enkele vat hebben. Het wordt geassocieerd met anarchisme en verzet tegen burgerlijke tradities. Dat het ook gepaard gaat met criminaliteit, komt vooral doordat het door de gevestigde conservatieve orde in die hoek wordt gedreven.
Het is duidelijk dat drugsverslavingen een ernstig probleem zijn, maar zulke problemen moeten op zich worden aangepakt, en niet worden opgelost door elke uiting ervan te verbieden. Geen enkel maatschappelijk probleem wordt opgelost door een heel maatschappelijk complex uit te roeien. Om maar wat te noemen, autorijden wordt niet verboden vanwege de vele verkeersslachtoffers en toenemende vetzucht, energieverbruik wordt niet verboden omdat de ijskappen smelten en religies worden niet verboden vanwege de heilige oorlogen. Achter de aversie tegen drugs liggen andere motieven verborgen dan verslaving en criminaliteit.
• Religie richt de pijlen graag op de jeugd, om mensen al zo jong mogelijk vatbaar te maken voor religieuze controle. Ook op openbare scholen wordt religie onderwezen. Dit gebeurt om kinderen respect bij te brengen voor andersdenken. De Amsterdamse wethouder Marcouch , die vindt dat er meer islam op openbare scholen onderwezen moet worden, zei dat het uitgangspunt van een openbare school moet zijn dat moslimjongeren hier terecht kunnen zonder hun religie te verloochenen. Hiermee wil hij bereiken dat de openbare school open moet staan voor islamitische apartheid tussen jongens en meisjes en het dragen van een boerka door meisjes. Maar openbaar onderwijs heeft juist als uitgangspunt dat jongeren níet via de scholen met zich opdringende religies worden geconfronteerd; de religieuze opvoeding moet worden overgelaten aan de ouders en eventueel religieuze instellingen. Op openbaar onderwijs komen kinderen van alle mogelijk gezindtes samen, zonder dat de religieuze of politieke achtergrond van hun ouders daarbij een rol speelt.
Religieonderwijs is een vorm van propaganda en indoctrinatie. Op de openbare school wordt het ingezet als middel om religie te verspreiden. Kinderen moge niet zomaar worden blootgesteld aan religieus imperialisme dat voor geen enkel instituut respect heeft. In Nederland bestaat leerplicht, dus ieder kind móet naar school. De school mag geen fuik worden waaruit kinderen niet kunnen ontsnappen aan een zich overal binnendringend religieus virus.
Evenzo is het een slecht idee om openbaar jeugdwerk over te laten een christelijke jongerenorganisatie als Youth for Christ, die als doel heeft de jeugd met Jezus in aanraking te brengen. Het hoofddoel voor dergelijke organisaties is niet het belang van de jeugd, maar het doel de christelijke religie te verspreiden. Kinderen worden door religieuze imperialisten gezien als een prooi; ze moeten hiertegen worden beschermd in plaats van ze eraan over te leveren.
De seculiere maatschappij moet alert zijn op de manier waarop religieuze organisaties controle proberen te krijgen over kinderen.
De rol van atheïstische politiek
Moet er in een pluralistische samenleving ruimte zijn voor religieuze politiek als die discriminerend is? Als we de seculiere maatschappij en de mensenrechten koesteren, moeten er volgens mij inderdaad grenzen worden getrokken. De vraag is of dit moet door religieus misbruik van het recht te verbieden of door het aan de kaak te stellen en de seculiere waarden te verdedigen.
Het dilemma dat het onderdrukken van onderdrukkende en disciminerende systemen op zichzelf een vorm van onderdrukking zou zijn, is maar een retorisch dilemma. 'Democratisch' iemands grondrechten ondermijnen is niet democratisch omdat de grondrechten in de democratie nog bestaan. Ze kunnen niet worden afgenomen omdat de democratie de gelijke rechten van minderheden juist beschermd. Wie een totalitaire, fascistische staat wil, zal daarvoor naar fascistische middelen moeten grijpen. Maar in een seculiere democratie moeten de burgerrechten, mensenrechten en grondrechten van alle burgers worden gewaarborgd.
De meeste mensen in Nederland geven de voorkeur aan een open samenleving zonder ideologische hokjes. Mensen zijn deel van meerdere en wisselende groepen. Desondanks leven ze niet langs elkaar heen, maar samen. Door de open maatschappijstructuur ontstaan steeds toevallige, flexibele subculturen, die niet zijn gebonden aan onschendbare tradities. De cultuur wordt niet gebaseerd op dogma's, maar op vrije denkbeelden. Er is geen sprake van een zichzelf superieur achtende dominante cultuur. Vreemde invloeden worden niet buitengesloten; men staat juist open voor nieuwe invloeden.
Een open samenleving is door de gefragmenteerde en egalitaire structuur minder vatbaar voor conflicten dan de gesloten hiërarchische cultuur die iedereen bindt en aan de traditie onderwerpt. Een gesloten cultuur is naar binnen toe onderdrukkend, naar buiten kunnen de leden niet opgaan in het geheel en breken er voortdurend conflicten uit. In een open samenleving treden minder spanningen op, doordat mensen persoonlijke keuzes kunnen maken en de grenzen tussen culturen vaag zijn.
Onze samenleving is zo open dat mensen die zich verzetten tegen de grote immigratiestroom van moslims vaak worden neergezet als xenofobe vreemdelingenhaters die blijven hangen in verouderd nationalisme en angst hebben voor het nieuwe. Maar de islamitische cultuur is in feite het tegendeel van een open samenleving, en wekt als zodanig onvermijdelijk weerstand op. De islamitische cultuur is juist gesloten en staat heel weinig open voor alternatieve ideeën. De islam is totalitair en tot in de kleinste details gebaseerd op dogma's. Het is een systeem dat de eigen superioriteit benadrukt. Hier wordt in feite weer hetzelfde dilemma geïntroduceerd; de open samenleving zou symptomen van geslotenheid vertonen door zich niet open te stellen voor een nieuwe ideologie; maar deze ideologie vertegenwoordigt juist het tegendeel van de open samenleving.
Hier is dezelfde retoriek in het spel; een beroep doend op de waarden die horen bij de open samenleving wordt geprobeerd haar open te stellen voor het tegendeel ervan. Met zulke kortzichtigheid moet je gewoon korte metten maken. Doe geen beroep op de tolerantie om intolerante elementen te verwelkomen. We moeten de open samenleving verdedigen, en krachten die deze ondermijnen herkennen en benoemen. Als het op prijs wordt gesteld om de groei van anti-liberale tendenzen af te remmen zou als eerste de islam moeten worden genoemd, en niet degenen die zich hiertegen verzetten.
Als atheïsten willen dat hun standpunten een rol spelen in het maatschappelijke en politieke domein, moeten zij zich in de openbaarheid presenteren. In de media en politiek moet de aandacht worden gevestigd op het belang van onze seculiere waarden. De vinger moet aan de pols worden gehouden, en er moet in het openbaar gereageerd worden op actuele gebeurtenissen. Om dit te bereiken is het een goed idee als atheïsten zich eens politiek gaan organiseren. Een politieke lobby zou ook een stap voorwaarts betekenen. Dat lukt alleen als voldoende mensen bereid zijn hun visie uit te dragen. Kom dus allemaal naar op 28 maart Rotterdam om mee te denken over het hoe en waarom van een atheïstische politieke partij. Nadat de drie sprekers zich hebben uitgesproken over het belang van atheïstische politiek wordt er met alle aanwezigen gedebatteerd over of er een politieke partij moet komen, en hoe die dan moet worden vormgegeven.
Adres: Humanitasgebouw, Pieter de Hooghweg 110
Plaats: Rotterdam
Datum: 28 maart
Aanvang: 11:00 uur.
Website: atheistischebeweging.nl
Auteur: Els Geuzebroek
Dit artikel is 4699 keer gelezen.
128 reacties